Inleiding
Het weerstandsvermogen betreft de mogelijkheid van de gemeente om financiële risico’s op te vangen. Zonder dat dit ten koste gaat van het bestaande beleid. Het weerstandsvermogen wordt uitgedrukt in een ratio. In deze paragraaf staat beschreven met welke risico’s wij te maken hebben. Ook worden de berekening en de analyse van het weerstandsvermogen beschreven. Net als de weerstandscapaciteit en de verplichte kengetallen.
Trends en ontwikkelingen
Om ons weerstandsvermogen te bepalen, is het noodzakelijk om inzicht te hebben in de financiële risico’s die wij lopen. Ook toekomstige financiële risico’s. Het is niet mogelijk de toekomst te voorspellen. Daarom maken we een inschatting op basis van trends en ontwikkelingen waar we als gemeente mee te maken hebben. Hierna volgt een toelichting op een aantal belangrijke risico's waar we nu en in de nabije toekomst mee te maken hebben. We hebben de risico's ingedeeld naar strategische, interne en externe risico's.
Strategische risico's
Wonen en ruimtelijke ordening
In Nederland is sprake van een grote krapte op de woningmarkt. Er komen steeds meer éénpersoonshuishoudens en tweepersoonshuishoudens bij. Ook blijven ouderen langer thuis wonen. Bovendien nemen de huizenprijzen alleen maar toe. Hierdoor is het voor starters lastig om op de woningmarkt te komen. Daarnaast hebben we te maken met een toestroom van vluchtelingen en statushouders die ook een beroep doen op het beperkte aantal woningen.
In het coalitieakkoord staan grote ambities opgenomen om de woningnood in onze gemeente op te lossen. Creativiteit speelt hierbij een grote rol. Door creatief te zijn, kunnen soms oplossingen worden bedacht die grenzen aan wat mag of wat gangbaar is. Dit vormt daarom een strategisch risico.
Duurzaamheid
Eind 2019 hebben de Nederlandse gemeenten ingestemd met het Klimaatakkoord. Hiermee laten zij zien dat zij zich inzetten om de CO2 in Nederland te reduceren. Het bereiken van de klimaatdoelstellingen vraagt de komende jaren grote investeringen. Als gevolg van de stijgende energieprijzen hebben inwoners nu de behoefte om hun energielasten te verminderen. Energiearmoede wordt een steeds groter probleem. In het coalitieakkoord staat beschreven dat we in onze gemeente op grote schaal woningen willen isoleren. Daarnaast is de ambitie dat we nieuwe woningen toekomstbestendig maken.
Betaalbaarheid van deze benodigde investeringen vormt een strategisch risico voor dit onderwerp.
Sociaal domein
Binnen het sociaal domein zien we dat vooral de kosten voor voorzieningen vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning, oftewel Wmo, de laatste jaren flink oplopen. Sinds de invoering van het abonnementstarief hebben we meer aanvragen gehad. Ook neemt het aantal voorzieningen dat we verstrekken toe. Deze ontwikkelingen worden landelijk ook gezien. De komende periode wordt een wetswijziging van de Wmo voorbereid, waarin een inkomensafhankelijke eigen bijdrage gevraagd wordt voor huishoudelijke hulp. Dit zal niet eerder ingevoerd worden dan 2025.
In het coalitieakkoord staat opgenomen dat we een inkomensafhankelijke bijdrage voor WMO-voorzieningen willen invoeren. Het is een strategisch risico om vooruit te lopen op landelijke ontwikkelingen.
Interne risico's
Grip op open einde regelingen sociaal domein
Als gemeente hebben we te maken met diverse zogenaamde ‘open einde regelingen’. Vanuit onder andere de Jeugdwet, Wmo en de Participatiewet is de gemeente verplicht de geleverde zorg te betalen. De gemeente ontvangt vanuit het rijk wel een bijdrage. Vanwege de open einde regeling loopt de gemeente het risico dat de bijdrage niet toereikend is. De constructie van een open einde regeling betreft een extern risico waar we als gemeente geen invloed op hebben.
Bij ons als organisatie ligt de uitdaging om grip te krijgen op deze zorgkosten. Zodat niet alleen betere zorg wordt geleverd, maar ook zodat de kosten lager worden. Doordat we inzicht krijgen in dure praktijkgevallen, kosten per voorziening en bijvoorbeeld kosten per aanbieder zijn we in staat beter te sturen. Grip krijgen op de zorgkosten is iets wat wij zelf in de hand hebben. Dit betreft daarom een intern risico.
Op orde krijgen van gemeentelijke organisatie
Een belangrijke ontwikkeling, die sinds 2021 is ingezet, is het op orde krijgen van onze gemeentelijke organisatie. Dit is nodig om de wettelijke taken en de ambities van de gemeenteraad uit te voeren.
Het op orde krijgen van de gemeentelijke organisatie gaat niet alleen over het aannemen van de juiste mensen op de juiste posities. Het gaat ook over het op orde krijgen van processen. Daarnaast heeft het betrekking op het verbeteren van het niveau aan kennis en kwaliteit. Ten slotte gaat het om het helder hebben van taken en rollen. In 2022 hebben we de nodige stappen gezet om de juiste mensen aan te nemen.
Naast personeel is het belangrijk om de processen op orde te hebben. Net als de informatie die nodig is om een organisatie te sturen. Dit zorgt ervoor dat we eerder inzicht hebben in risico’s. Hierdoor kunnen besluiten beter overwogen gemaakt worden. Vanaf 2023 komt onze focus meer te liggen op het op orde krijgen van de interne processen en het verbeteren van de kwaliteit van onze dienstverlening.
Externe risico's
Herijking gemeentefonds
Gemeenten krijgen vanuit het rijk een bijdrage uit het gemeentefonds. Dit is voor gemeenten de grootste bron van inkomsten. Het gemeentefonds kent verschillende uitkeringen waarvan de algemene uitkering het grootste gedeelte is. De hoogte van de algemene uitkering is afhankelijk van verschillende maatstaven. Zoals het inwoneraantal. Ook de economische ontwikkeling in Nederland en het politieke beleid van de Nederlandse overheid hebben invloed op de hoogte van de algemene uitkering.
Inmiddels is bekend dat de opschalingskorting tot en met 2025 bevroren blijft. Alleen zal vanaf 2026 de opschalingskorting in zijn geheel in mindering op de algemene uitkering worden gebracht. Dit gebeurt zonder ingroeipad. Ook het accres voor de jaarschijf 2026 is naar beneden bijgesteld. Daardoor daalt de algemene uitkering voor ons vanaf dat jaar aanzienlijk.
Ontwikkelingen prijspeil
De prijsontwikkeling in Nederland was in eerdere jaren heel stabiel. De prijsindexcijfers vanaf maart 2022 laten enorm afwijkende percentages zien. Dit is een ontwikkeling waar wij als gemeente geen invloed op hebben. We ondervinden er wel de gevolgen van.
Prijsstijgingen worden doorgevoerd in diensten die wij van externe partijen afnemen. Dit gebeurt ook in projecten in het openbaar gebied en andere goederen die wij afnemen.
Gemeenten worden via de algemene uitkering door het rijk gecompenseerd voor inflatie. Gezien de hoge inflatie in 2022 is het op dit moment nog onzeker of het rijk ons volledig zal compenseren.
Inwoners en ondernemers zullen de landelijke prijsontwikkelingen ook terugzien in de diensten die zij van ons afnemen. In deze begroting verhogen we de gemeentelijke inkomsten met de Consumentenprijsindex van september 2022.
Beleid weerstandsvermogen, weerstandscapaciteit en risico’s
In de nota Vermogensbeheer staat opgenomen dat wij voor ons weerstandsvermogen streven naar een ratio van 1,5. Dit is vastgesteld in december 2019. Aan de ratio weerstandsvermogen wordt de volgende betekenis gegeven:
Ratio weerstandsvermogen | Betekenis |
---|---|
2,0 < ratio | Uitstekend |
1,5 < ratio < 2,0 | Ruim voldoende |
1,0 < ratio < 1,5 | Voldoende |
0,8 < ratio < 1,0 | Onvoldoende |
Ratio < 0,8 | Slecht |
Inschatting risico’s
Wanneer een risico wordt onderkend, wordt een inschatting gemaakt van de kans dat het risico zich voordoet en de impact die het heeft. Wij hanteren hiervoor de volgende normen.
Kans:
Staffel | Kans |
---|---|
Hoog | 75% |
Midden | 50% |
Laag | 25% |
Extra laag | 10% |
Garantievermogen | 1% |
Voor de inschatting van de garantstellingen wordt een afwijkend percentage van 1% gebruikt.
Financiële impact:
≥ € 1.000.000 | 4 |
---|---|
> € 500.000 ≤ € 1.000.000 | 3 |
> € 250.000 ≤ € 500.000 | 2 |
> € 0 ≤ € 250.000 | 1 |
Incidenteel weerstandsvermogen
De incidentele weerstandscapaciteit bestaat uit die reserves waar nog geen verplichting op rust. Of waarvan de besteding nog kan worden gewijzigd. Dit betreft in ons geval de Algemene reserve en de post 'Onvoorzien'. Daarnaast wordt rekening gehouden met stille reserves. In de begroting 2023 wordt rekening gehouden met de stille reserve die aanwezig is op gronden en gebouwen waarover de gemeente beschikt. De stille reserve waarmee gerekend wordt is per september 2022 € 4,5 miljoen.
Incidenteel weerstandsvermogen | € |
---|---|
Algemene reserve | 1.870.000 |
Stille reserve | 4.500.000 |
Onvoorzien | 18.344 |
Totaal | 6.388.344 |
Structureel weerstandsvermogen
De structurele weerstandscapaciteit bestaat uit de onbenutte belastingcapaciteit. Voor de onbenutte ozb-capaciteit gaan wij uit van het verschil tussen het artikel-12-norm-tarief en het laatst vastgestelde tarief.
norm | tarief 2022 | verschil | |
ozb woningen | 0,1809 | 0,1130 | 0,0679 |
ozb niet woningen | 0,1809 | 0,2339 | -0,0530 |
ozb g niet woningen | 0,1809 | 0,1610 | 0,0199 |
* tarief 2023 nog niet bekend bij opstellen deze tabel, daarom tarief 2022 gebruikt
Wanneer wij in 2023 het artikel-12-norm-tarief heffen dan zou dit een extra opbrengst opleveren van € 3,3 miljoen. Hierbij is al rekening gehouden met een stijging van de ozb-tarieven met het inflatiecijfer van 9%.
Structureel weerstandsvermogen | € |
---|---|
Onbenutte belastingcapaciteit | 3.300.000 |
Totaal | 3.300.000 |
| Schematisch | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
4 | |||||||||||
3 | 1 | 2, | 4 | ||||||||
3 | |||||||||||
2 | 5 | ||||||||||
1 | 6 | 7 | |||||||||
0 | 10 | 20 | 30 | 40 | 50 | 60 | 70 | 80 | 90 | 100 | |
kans |
Ratio weerstandsvermogen
Op basis van de beschikbare en de benodigde incidentele weerstandscapaciteit kan het weerstandsvermogen worden bepaald. De financiële risico’s, afgezet tegen de beschikbare incidentele capaciteit, geeft een ratio dat het weerstandsvermogen wordt genoemd (streefwaarde is 1,5).
Naar verwachting bedraagt de algemene reserve ultimo 2022 € 870.000. Door de bij de kadernota voorgenomen bedrag van € 1.000.000 aan de algemene reserve toe te voegen, stijgt de algemene reserve naar € 1.870.000. De weerstandsratio komt dan uit op 1,19. Dit is lager dan de streefwaarde van 1,5.
In 2024 en 2025 zullen we ook stortingen doen aan de algemene reserve, bestaande uit een vast bedrag van € 1.000.000 per jaar en het positieve exploitatiesaldo. Dit om de algemene reserve aan te vullen tot het gewenste niveau van € 8.000.000. Bij gelijkblijvende risico’s zal de weerstandsratio in 2024 ontwikkelen naar 1,75 en in 2025 naar 2,33.
Kengetallen | Rekening 2020 | Begroting 2021 | Begroting 2022 | Raming | Raming 2024 | Raming 2025 |
---|---|---|---|---|---|---|
Netto schuldquote | 25,9% | 72,6% | 43,3% | 46,1% | 45,8% | 46,3% |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | 25,6% | 70,4% | 41,9% | 45,3% | 45,1% | 45,3% |
De Solvabiliteitsratio | 43,4% | 33,9% | 38,7% | 37,0% | 36,7% | 36,0% |
Structurele exploitatieruimte | 3,8% | 0,03% | -2,26% | -2,96% | -2,53% | -2,64% |
Kengetal grondexploitatie | 3,8% | 2,2% | 2,1% | 1,4% | 1,1% | 0,6% |
Belastingcapaciteit | 108% | 116% | 116% | 116% | 116% | 116% |
Met ingang van het begrotingsjaar 2022 wordt bij de opstelling van de prognose balans rekening gehouden met een vertraging op de investeringen. Deze vertraging werkt door in de berekening van de netto schuldquote. Hierdoor is er een groot verschil tussen de schuldquote van 2021 en 2022 e.v. Hieronder wordt een toelichting gegeven op de gegevens van bovenstaande tabel.
Netto schuldquote
De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft een indicatie in welke mate de rentelasten en aflossingen op de exploitatie drukken. Een percentage tot 100% is als voldoende aan te merken. Het percentage voor 2022 ligt beduidend lager en is hiermee ruim voldoende. In de Nota vermogensbeleid Schagen is aangegeven dat de netto schuldquote voor ons 70% mag bedragen.
De solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan zijn financiële verplichtingen te voldoen. Een percentage van rond de 50% is voldoende. Het percentage waar wij op uitkomen is lager. Dit is niet erg. Zolang de exploitatie sluitend is en er budget is om de rente en aflossingen op vreemd vermogen te voldoen.
Structurele exploitatieruimte
Het financiële kengetal structurele exploitatieruimte geeft aan hoe groot de structurele vrije ruimte binnen de vastgestelde begroting is. Daarnaast geeft dit kengetal ook aan of de gemeente in staat is om structurele tegenvallers op te vangen. Ook geeft het aan of er nog ruimte is voor nieuw beleid. Een structureel ratio rond de 0,% geeft een acceptabel risico. Dit is afhankelijk van de Algemene uitkering en belasting capaciteit. Door de gepresenteerde negatieve saldi komen wij onder nul uit.
Kengetal grondexploitatie
Het financiële kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie is ten opzichte van de jaarlijkse baten. Oftewel de boekwaarde. Een norm bepalen voor dit kengetal is lastig. De boekwaarde van de gronden in bezit zegt namelijk nog niets over de relatie tussen de vraag en aanbod van woningbouw dan wel m2-bedrijventerrein. Maatwerk is hiervoor van toepassing. Hierbij kijken we naar hoeveel woningen of m2-bedrijventerrein zijn gepland, het type en op welke plek. Daarnaast is het van wezenlijk belang wat de te verwachte vraag zal zijn. Dit vraagt meer onderzoek dan naar voren komt uit het genoemde kengetal. De boekwaarde van de gronden geeft wel weer of een gemeente veel middelen heeft gestopt in haar grondexploitatie. Dit geld dient namelijk ook nog terugverdiend te worden. Om vorengenoemde redenen is geen norm verbonden aan het kengetal grondexploitatie.
Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk in een gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Een percentage van 100% wil zeggen dat we op het landelijk gemiddelde zitten. Onze belastingdruk is dus hoger dan het landelijk gemiddelde. In de tabel voor het jaar 2021 e.v. is uitgegaan van de tabel opgenomen op onze website ‘Schagen in cijfers’. Deze presenteert cijfers met als basisjaar 2019.