Paragrafen

Paragraaf lokale heffingen

Doelstelling

Met dit overzicht van de lokale heffingen geven we een inzicht in welke heffingen er zijn. Ook laten we zien wat de tarieven zijn. Dit maakt duidelijk wat de financiële gevolgen zijn van eerder gemaakte beleidskeuzes. Het laat ook zien wat onze inwoners hiervoor moeten betalen.

Gemeentelijk beleid
In de Gemeentewet is bepaald welke belastingen door een gemeente geheven kunnen worden. Dit zijn de belastingen genoemd in de artikelen 220 tot en met 229d Gemeentewet. Ook zijn er belastingen die een gemeente heft op basis van andere wetten. Bijvoorbeeld de afvalstoffenheffing op basis van de Wet milieubeheer.

Het algemene uitgangspunt is dat tarieven kostendekkend moeten zijn. Dit beleid komt neer op ‘de gebruiker betaalt’. Bij de afvalstoffenheffing en de rioolheffing is het streven om 100% kostendekkend te zijn. Voor inwoners die niet in staat zijn bepaalde gemeentelijke belastingen te betalen is kwijtschelding mogelijk. Dit is mogelijk voor de afvalstoffenheffing, de rioolheffing en bij uitzondering voor de onroerendezaakbelastingen.

Inflatiecijfer

Voor de leges, de rioolheffing en de afvalstoffenheffing hebben we afgesproken dat we kostendekkende tarieven heffen. Voor zover dit mogelijk en acceptabel is. De onroerendezaakbelastingen en overige heffingen verhogen we jaarlijks met een inflatiecijfer gelijk aan het consumenten prijsindex cijfer, oftewel CPI. Deze komt uit de Macro Economische Verkenning van september, oftewel MEV. In de belastingvoorstellen is, indien van toepassing, gerekend met een inflatiepercentage van 9%, gebaseerd op het Consumenten Prijsindexcijfer (CPI) van september.

De belangrijkste belastingen, rechten en leges, die door ons worden geheven zijn:

  • Onroerendezaakbelastingen;
  • afvalstoffenheffing;
  • rioolheffing, oftewel gebruikersheffing;
  • toeristenbelasting;
  • forensenbelasting;
  • grafrechten;
  • precariobelasting;
  • leges.

Per soort treft u hieronder een toelichting aan.

Onroerendezaakbelastingen
Op grond van artikel 220 van de Gemeentewet heffen wij onroerendezaakbelastingen, oftewel ozb. Voor gecombineerde panden wordt voor het woondeel een vermindering toegepast. Gecombineerde panden zijn panden waarbij een deel bedrijfsmatig wordt gebruikt en een deel als woning.

De inkomsten voor 2023 zijn geschat op een totaal van € 11.992.000,-. Deze inkomsten zijn inclusief de inflatie van 9%, € 97.500 aan meeropbrengst ozb vanwege het realiseren van 300 nieuwbouw woningen, de afdracht van € 117.711,- voor het Ondernemersfonds Schagen en het compensatiebudget voor sport en cultuur. Dit laatste gaat om de 3% extra opbrengst van sportcomplexen en culturele complexen.

De tarieven voor 2023 zijn nog niet bekend, omdat de hertaxatie naar peildatum 1 januari 2022 nog niet is afgerond. Uiterlijk in december 2022 komen we met een voorstel om deze tarieven vast te stellen. Bij de berekening van de tarieven zal rekening worden gehouden met de uitkomsten van de herwaardering. Bij een stijging van de WOZ-waarde daalt het tarief, zodat de herwaardering opbrengst neutraal uitpakt. Andersom zal bij een daling van de WOZ-waarde het tarief stijgen. WOZ staat voor waardering onroerende zaken.

Afvalstoffenheffing
De Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing regelt de heffing en invordering van de gemeentelijke afvalstoffen. Oftewel de kosten van het ophalen van het huishoudelijk afval. Afvalstoffenheffing kan worden geheven op grond van artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer. De aanslag afvalstoffenheffing wordt vastgesteld aan de hand van het aantal personen dat op 1 januari van het belastingjaar bij een huishouden staat ingeschreven.

De gemeentelijke afvalstoffenheffing wordt voor een groot deel bepaald door het tarief uit de dienstverleningsovereenkomst (DVO) met de Huisvuilcentrale (HVC). Andere kostencomponenten van de afvalstoffenheffing zijn: inzamel- en afvoerkosten van openbare afvalbakken (inzet eigen gemeentelijke dienst en werkvoorzieningsschap PRO), inzet gemeentelijke veegmachines, kosten van invordering & verhaal & kwijtschelding, papiervergoeding aan verenigingen en instellingen, BTW en afvalstoffenbelasting aan het Rijk, etc. Verhoudingsgewijs wordt de afvalstoffenheffing voor 75% bepaald door het dvo-tarief van HVC en voor 25% door eigen toerekenbare kosten op het onderwerp afvalinzameling en verwerking.

Jaarlijkse inrekening van Consumenten Prijsindexcijfer (CPI) en ingroei-model dienstverlenings-overeenkomst
Het DVO-tarief van de dienstverleningsovereenkomst stijgt jaarlijks mee met de Consumenten Prijs- indexcijfer en loonkostencompensatie. Voor kalenderjaar 2023 wordt vermoedelijk een CPI van 3,3% ingerekend voor wat betreft de verwerkingskosten en 3,3% voor wat betreft de algemene kosten en de inzamelkosten. Hiernaast is bij aangaan van de dienstverleningsovereenkomst in 2017 een ingroeiregeling afgesproken voor de stijgende kosten van inzameling op glas en textiel, beheer en onderhoud inzamelmiddelen en collectieve kosten HVC voor de jaren 2017 t/m 2026, omgerekend 3% voor 2023. Daarnaast verwachten we hogere inkomsten op de afvalstromen.

Door bovenstaande componenten stijgt het tarief voor 2023 met 5%.  

Afvalstoffenheffing

2022

2023

1 persoon

307,-

322,-

2 personen

361,-

379,-

3 personen

361,-

379,-

≥ 4 personen

372,-

410,-

extra container

196,-

206,-  

De totale opbrengst van de afvalstoffenheffing is geraamd op € 7.500.000,-.

Rioolheffing
De rioolheffing wordt door ons geïnd als retributie die wordt geheven wanneer een bouwwerk is aangesloten op riolering. Dit is volgens de definitie van de Leidraad Riolering. Percelen die niet zijn aangesloten op de riolering zijn niet heffing plichtig.

Voor 2023 bedragen de tarieven:

  • tot en met 99.750 m3 waterverbruik een tarief van € 205,- per eenheid van 350 m3 gebruik, waarbij een gedeelte van 350 m3 naar boven word afgerond;
  • vanaf 99.751 m3 een tarief van € 205,- per eenheid van 750 m3 gebruik, waarbij een gedeelte van 750 m3 naar boven wordt afgerond.

In december 2017 is het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) vastgesteld. Bij het monitoren van de investeringen is gebleken dat de aankomende jaren grote investeringen in het rioolstelsel staan gepland. Naast investeringen conform het GRP wordt een aantal grote rioolvervangingen versneld uitgevoerd. Vanwege deze investeringen is het noodzakelijk om het tarief te verhogen naar € 205,-. Het overschot de komende jaren wordt gestort in de reserve riolering. Toekomstige investeringen in het riool worden gedekt vanuit deze reserve riolering. Deze stijging is conform het vastgestelde GRP 2018-2022. Wij zijn bezig met het opstellen van een nieuw GRP voor de periode 2023-2026. Gezien de prijsontwikkelingen van de afgelopen periode kunnen hier wijzigingen uit voortkomen. Wij leggen het GRP 2023-2026 in de raad van december aan u voor, met een eventuele eerste begrotingswijziging. In deze zelfde raad wordt het definitieve tarief vastgesteld in de belastingverordening.

In de primitieve begroting is aan inkomsten uit de rioolheffing een bedrag van € 5.395.000 geraamd.

Toeristenbelasting

Het tarief per persoon per nacht bedraagt € 1,75. Hiervan is € 0,04 bestemd voor de Ondernemers Federatie Schagen voor het aanmoedigen van innovatie in het toerisme. De inkomsten uit de toeristenbelasting zijn vooralsnog geschat op € 2.256.000.

Alleen voor kampeerplaatsen die toeristen voor een lange periode achtereen tot hun beschikking hebben, gelden forfaitaire tarieven. Bij campings met jaarplaatsen, seizoenplaatsen of maandarrangementen is namelijk een registratie per nacht niet uitvoerbaar. Daarom zijn de volgende forfaitaire tarieven voor 2023 opgenomen:

Vaste jaarplaats

2,3 personen x 53,7 nachten x € 1,75

€ 216,14

Vaste seizoenplaats

2,4 personen x 53,6 nachten x € 1,75

€ 225,12

Seizoenplaats

2,4 personen x 52,9 nachten x € 1,75

€ 222,18

Voorseizoenarrangement

2,2 personen x 30 nachten x € 1,75

€ 115,50

Verlengd voorseizoenarrangement

2,3 personen x 39 nachten x € 1,75   

€ 156,98

naseizoenarrangement

2,2 personen x 18 nachten x € 1,75  

€   69,30

maandarrangement

2,1 personen x 12 nachten x € 1,75

€   44,10

Forensenbelasting
Forensenbelasting wordt geheven wanneer natuurlijke personen meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zichzelf of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden, zonder dat zij in de gemeente hun hoofdverblijf hebben.

In onze gemeente zijn ongeveer 3.650 personen belastingplichtig voor de forensenbelasting. De totale opbrengst van de forensenbelasting is geschat op € 2.072.000.

De forensenbelasting kent twee tarieven. Een tarief voor stacaravans en een tarief voor (recreatie)woningen.

Het tarief voor stacaravans bedraagt in 2023 € 325,30.
Het tarief voor (recreatie)woningen bedraagt in 2023 € 761,85.

Grafrechten
Grafrechten heffen we op basis van de Verordening op de heffing en invordering van grafrechten. In 2021 is de Beheersverordening gemeentelijke gedenkparken gemeente Schagen 2022 vastgesteld. Naar aanleiding van deze Beheersverordening hebben we de tarieven in de verordening grafrechten onderzocht en bijgesteld.

Voor het begraven of bijzetten van stoffelijke overschotten worden aanslagen grafrechten opgelegd. Dit gaat om het gebruik van de begraafplaats en om het door of vanwege de gemeente verlenen van diensten in verband met het begraven en het bijzetten. De inkomsten voor 2023 worden geraamd op € 288.000,-.

Precariobelasting
Precariobelasting wordt geheven op voorwerpen op, onder of boven voor de publieke dienst bestemde gemeentegrond. De inkomsten voor 2023 worden geschat op € 135.000.

Leges
Leges heffen we voor diensten die we als gemeente hebben geleverd. In de tarieventabel, die bij de verordening hoort, worden de bedragen genoemd die we voor diverse verleende diensten heffen. Voor een aantal diensten worden de tarieven door het rijk voorgeschreven. Bijvoorbeeld bij reisdocumenten.

Bij het vaststellen van de tarieven gaan we er van uit dat deze 100% kostendekkend zijn.   
De tarieventabel leges is onderverdeeld in drie titels en is ingericht volgens de modelverordening van de Vereniging Nederlandse Gemeenten:

  • Titel 1 Algemene dienstverlening bijvoorbeeld: burgerlijke stand, reisdocumenten, winkeltijden et cetera;
  • titel 2 Dienstverlening die valt onder de fysieke leefomgeving of omgevingsvergunning, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
  • titel 3 Dienstverlening die valt onder de Europese Dienstenrichtlijn: horeca, evenementen en dergelijke.

Voor titel 1 en 2 mogen de opbrengsten van alle diensten binnen een titel niet hoger zijn dan de uitgaven. Binnen een titel mag een dienst dus meer dan 100% kostendekkend zijn, zolang deze gecompenseerd wordt door een lagere kostendekking. Voor titel 3 geldt de kostendekking per dienst.

De totale opbrengst aan leges is geschat op € 1.798.189, zoals te zien is in onderstaand overzicht:

Totaal opbrengsten

Recapitulatie Titel 1, 2 en 3

Taakveld

Overhead

Totale Kosten

Totale Opbrengsten

Kosten-dekking

Kostendekking Titel 1

€ 411.917

€ 162.436

€ 574.353

€ 482.155

83,95%

Kostendekking Titel 2

€ 864.127

€ 560.066

€ 1.424.193

€ 1.312.079

92,13%

Kostendekking Titel 3

€ 2.440

€ 1.872

€ 4.312

€ 3.955

91,72%

Kostendekking totale tarieventabel

€ 1.278.484

€ 724.374

€ 2.002.858

€ 1.798.189

89,78%

Titel 1 algemene dienstverlening

Bij titel 1 is weinig ruimte om de tarieven te verhogen. De opbrengsten komen voornamelijk door paspoorten en rijbewijzen. Deze tarieven zijn op dit moment gelijk aan het maximale bedrag.

Titel 1 Algemene dienstverlening

Taakveld

Overhead

Totale Kosten

Totale Opbrengsten

Kostendekking

paragraaf

1

Burgerlijke stand

€ 32.772

€ 15.684

€ 48.456

€ 35.641

73,55%

paragraaf

2

Reisdocumenten

€ 153.167

€ 41.561

€ 194.728

€ 167.711

86,13%

paragraaf

3

Rijbewijzen

€ 154.867

€ 86.445

€ 241.312

€ 212.160

87,92%

paragraaf

4

Verstrekkingen uit de basisregistratie personen

€ 4.381

€ 3.458

€ 7.839

€ 4.743

60,51%

paragraaf

5

Verstrekkingen uit het Kiezersregister

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

0,00%

paragraaf

6

Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens n.v.t

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

0,00%

paragraaf

7

Bestuursstukken n.v.t.

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

0,00%

paragraaf

8

Vastgoedinformatie

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

0,00%

paragraaf

9

Overige publiekszaken

€ 51.898

€ 8.902

€ 60.800

€ 51.722

85,07%

paragraaf

10

Gemeentearchief

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

0,00%

paragraaf

11

Huisvestingswet n.v.t.

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

0,00%

paragraaf

12

Leegstandswet

€ 721

€ 570

€ 1.291

€ 1.198

92,80%

paragraaf

13

Gemeentegarantie n.v.t.

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

0,00%

paragraaf

14

Marktstandplaatsen (voor weekmarkten e.d.) 

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

0,00%

paragraaf

15

Winkeltijdenwet

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

0,00%

paragraaf

16

Kansspelen

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

0,00%

paragraaf

17

Telecommunicatie

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

0,00%

paragraaf

18

Verkeer en vervoer

€ 14.111

€ 5.816

€ 19.927

€ 8.980

45,06%

paragraaf

19

Diversen

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

0,00%

Kostendekking Titel 1

€ 411.917

€ 162.436

€ 574.353

€ 482.155

83,95%

Titel 2 dienstverlening die valt onder fysieke leefomgeving of omgevingsvergunning
De kostendekking van titel 2 is onder de 100% kostendekking. Hoewel er getoetst wordt op de gehele verordening wordt u geadviseerd om onder deze grens te blijven. Het is namelijk goed mogelijk dat de jurisprudentie wijzigt met betrekking tot kruis subsidiëring. Dit kan als gevolg leiden tot een toename in bezwaar en beroepsprocedures.

Titel 2 Fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning

Taakveld

Overhead

Totale Kosten

Totale Opbreng-sten

Kosten-dekking

paragraaf

1

Begripsomschrijvingen

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

0,00%

paragraaf

2

Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

€ 72.990

€ 47.306

€ 120.296

€ 87.330

72,60%

paragraaf

3

Omgevingsvergunning

€ 761.456

€ 493.523

€ 1.254.979

€ 1.176.691

93,76%

paragraaf

4

Vermindering

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

0,00%

paragraaf

5

Teruggaaf

€ 397

€ 258

€ 655

€ 630

96,18%

paragraaf

6

Intrekking omgevingsvergunning

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

0,00%

paragraaf

7

Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

€ 251

€ 163

€ 414

€ 315

76,09%

paragraaf

8

Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

€ 29.033

€ 18.816

€ 47.849

€ 47.113

98,46%

paragraaf

9

Gedoogbeschikking 

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

0,00%

paragraaf

10

In deze titel niet benoemde beschikking

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

0,00%

Kostendekking Titel 2

€ 864.127

€ 560.066

€ 1.424.193

€ 1.312.079

92,13%

Titel 3 Dienstverlening die valt onder de Europese Dienstenrichtlijn
Titel 3 is een klein onderdeel van de legesverordening. Hij bestaat voor een groot deel uit evenementenvergunningen. Vanwege de maatschappelijke betekenis ervan is dit bij veel gemeenten niet kostendekkend.

Titel 3 Europese dienstenrichtlijn

Taakveld

Overhead

Totale Kosten

Totale Opbrengsten

Kosten-dekking

paragraaf

1

Horeca

€ 1.685

€ 1.291

€ 2.976

€ 2.937

98,69%

paragraaf

2

Organiseren markten en overige APV beschikking

€ 172

€ 133

€ 305

€ 219

71,80%

paragraaf

3

Prostitutiebedrijven

€ 53

€ 41

€ 94

€ 73

77,66%

paragraaf

4

Splitsingsvergunning woonruimte n.v.t.

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

0,00%

paragraaf

5

Leefmilieuverordening n.v.t

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

0,00%

paragraaf

6

Brandbeveiligingsverordening

€ 530

€ 407

€ 937

€ 726

77,48%

paragraaf

7

In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

0,00%

Kostendekking Titel 3

€ 2.440

€ 1.872

€ 4.312

€ 3.955

91,72%

Overige gemeentelijke belastingen en heffingen
Naast de genoemde verordeningen is er nog een aantal met een relatief lage belastingopbrengst. Deze verordeningen hebben betrekking op marktgelden, staangelden, campergelden, havengelden en liggelden.

Kwijtschelding

Wij bieden aan inwoners met een minimum inkomen de mogelijkheid om kwijtschelding aan te vragen. Er wordt in principe alleen nog kwijtschelding verleend voor de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. De onroerendezaakbelasting voor gebruikers van woningen is afgeschaft. Kwijtschelding voor de onroerendezaakbelastingen voor eigenaren is alleen mogelijk op de voorwaarde dat er geen overwaarde op de woning zit.

De norm voor het verlenen van kwijtschelding is gesteld op 100% van de bijstandsnorm. Dit is het maximale dat is toegestaan.

Inwoners die in aanmerking komen voor kwijtschelding hoeven niet ieder jaar opnieuw kwijtschelding aan te vragen. Is er in 2022 kwijtschelding verleend? Dan toetsen we automatisch voor belastingjaar 2023 of de inwoner weer in aanmerking komt voor kwijtschelding. De inwoner krijgt automatisch kwijtschelding wanneer deze toets positief is. Gemiddeld 65% van de kwijtscheldingen wordt op deze manier verleend.  

Overzicht tarieven lokale heffingen
In onderstaande tabel zijn de tarieven voor 2023 van de belangrijkste gemeentelijke belastingen opgenomen.

Belastingtarieven per 1 januari 2023

OZB:
Eigenaar woning
Eigenaar niet-woning
Gebruiker niet-woning

n.n.b.
n.n.b.
n.n.b.

Rioolheffing:
t/m 99.750 m3 bedraagt het tarief per 350 m3
vanaf 99.751 m3  bedraagt het tarief per 750 m3

      € 205,00
       € 205,00

Afvalstoffenheffing:
Eenpersoons huishouden
Twee- en driepersoons huishouden
Vier- en meerpersoons huishouden
Extra container

€  322,00
€  379,00
€  410,00
€  206,00

Overzicht geraamde baten en kwijtschelding

Soort heffing                                   bedragen * in €

Baten

Kwijtschelding

Onroerendezaakbelastingen (eigenaar/gebruiker)

11.992.000

 0

Afvalstoffenheffing/reinigingsheffing

7.500.000

189.000

Rioolheffing

5.395.000

108.000

Toeristenbelasting

2.256.000

niet mogelijk

Forensenbelasting

2.072.000

niet mogelijk

Leges

2.061.000

niet mogelijk

Precariorechten

135.000

niet mogelijk

Deze pagina is gebouwd op 11/10/2022 11:16:21 met de export van 11/10/2022 10:58:46